pastasausje
- Geluid: pastasausje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈpɑstaˌsɑuʃə / (4 lettergrepen)
- pas·ta·saus·je
het pastasausje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord pastasaus
- Mijn man Tom hoeft, bij wijze van spreken, als ik er niet ben alleen maar een door mij gemaakt pastasausje uit de vriezer te halen. [1]
- Het woord 'pastasausje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.