passiezondag

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  passiezondag    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈpɑsiˌzɔndɑx / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• pas·sie·zon·dag

Zelfstandig naamwoord

de passiezondag m

1. verouderde spelling of vorm van Passiezondag vanaf 2006 tot 2015

Opmerkingen

• Gelet op de toepasselijke spellingregels berustte de opname in de Woordenlijst Nederlandse taal (Groene Boekje) van 2005 vermoedelijk op een abuis.

Gangbaarheid

• Het woord 'passiezondag' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.