passés composés
- pas·sés com·posés, pas·sés com·po·sés (afbreking na voorvoegsel heeft voorkeur boven afbreking in stam)[1]
- passé composé met de uitgang -s
de passés composés mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord passé composé
- ↑ composés 'passés composés' op website: plumefrancaise.fr; geraadpleegd 2016-10-09