• par·seen·li·chi
  • Pennsylvania-Duitse bijvoeglijknaamwoordsvorm met het achtervoegsel -lich en de woorduitgang -i

parseenlichi

  1. onbepaald (zonder lidwoord) nominatief en accusatief vrouwelijk enkelvoud stellende trap van parseenlich

parseenlichi

  1. onbepaald nominatief en accusatief vrouwelijk enkelvoud stellende trap van parseenlich