Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·pal

Bijvoeglijk naamwoord

papal

  1. (religie) papaal, pauselijk
Typische woordcombinaties


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·pal

Werkwoord

papal

  1. mannelijk derde persoon enkelvoud verleden tijd van het imperfectieve werkwoord papat
  2. mannelijk enkelvoud actief deelwoord van het imperfectieve werkwoord papat