• pa·ling·trek
enkelvoud meervoud
naamwoord palingtrek -
verkleinwoord - -

de palingtrekm

  1. het trekken van palingen naar de paaiplaatsen in de Sargassozee
    • Tot nu toe had echter nooit iemand in de Sargassozee een volwassen aal gevangen, laat staan dat de hele palingtrek in kaart was gebracht. [1]