• pa·kis·tansk
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
g enkelvoud pakistansk mer pakistansk mest pakistansk
o enkelvoud pakistansk
meervoud pakistanske
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
pakistanske mer pakistansk mest pakistanske

pakistansk

  1. (demoniem) Pakistaans
Demoniemen bij Pakistan in het Deens

inwoner: pakistaner • bijvoeglijk: pakistansk


  • pa·kis·tansk
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud pakistansk mer pakistansk mest pakistansk
o enkelvoud pakistansk
meervoud pakistanske
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
pakistanske mer pakistansk mest pakistanske

pakistansk

  1. (demoniem) Pakistaans
    «Vi serverer tradisjonell pakistansk festmat.»
    Wij verzorgen een traditioneel Pakistaans feest.


  • pa·kis·tansk
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud pakistansk meir pakistansk mest pakistansk
o enkelvoud pakistansk
meervoud pakistanske
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
pakistanske meir pakistansk mest pakistanske

pakistansk

  1. (demoniem) Pakistaans
    «Ifølgje ein pakistansk ekspedisjonsorganisator har minst ni klatrarar mista livet etter raset.»
    Volgens een Pakistaanse expeditieorganisator zijn minstens negen klimmers door een lawine gedood.