overzomerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- over·zo·mer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overzomeren |
overzomerden
- meervoud verleden tijd van overzomeren
- Wij overzomerden.
- Jullie overzomerden.
- Zij overzomerden.
- Wij overzomerden.
Gangbaarheid
- Het woord overzomerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.