overtent
- o·ver·tent
- Afleiding van het voltooid deelwoord van het Noorse werkwoord tenne met het voorvoegsel over- en met het achtervoegsel -t
Naar frequentie | > 50000 |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | overtent | ||
o enkelvoud | overtent | |||
meervoud | overtente | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
overtente |
overtent
- in brand (staand), in lichterlaaie (staand)
- «Huset var straks overtent.»
- Het huis stond onmiddellijk in brand.
- «Huset var straks overtent.»
- o·ver·tent
- Afleiding van het voltooid deelwoord van het Nynorske werkwoord tene met het voorvoegsel over- en met het achtervoegsel -t.
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | overtent | ||
o enkelvoud | overtent | |||
meervoud | overtente | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
overtente |
overtent
- in brand (staand), in lichterlaaie (staand)
- «Då brannvesenet kom fram var huset alt overtent.»
- Toen de brandweer aankwam, stond het huis al in lichterlaaie.
- «Då brannvesenet kom fram var huset alt overtent.»