overstortte
Niet te verwarren met: overstorte, stortte over |
- Geluid: óverstortte (hulp, bestand)
- IPA: / ˈovərˌstɔrtə / (4 lettergrepen)
- Geluid: overstórtte (hulp, bestand)
- IPA: / ˌovərˈstɔrtə / (4 lettergrepen)
- over·stort·te
vervoeging van |
---|
overstorten |
óverstortte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van overstorten
- ... dat ik overstortte.
- ... dat jij overstortte.
- ... dat hij, zij, het overstortte.
- ... dat ik overstortte.
- (in een bijzin) aanvoegende wijs van overstorten
- ▸ Het was vooral op de armen en ongelukkigen dat zich al het erbarmen en medelijden van haar liefdevol hart overstortte;[1]
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als onscheidbaar werkwoord.
vervoeging van |
---|
overstorten |
overstórtte
- enkelvoud verleden tijd van overstorten
- Het woord overstortte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron De Heilige Elisabeth van Hongarië. II. in: De Belgische Illustratie., jrg. 10 nr. 44 (27 juli 1878), De Belgische Illustratie, Antwerpen, p. 350
- ↑ Weblink bron “De dolle vaandrig. Tweede deel: Breero.” (1947), A.J.G. Strengholt's Uitgeversmaatschappij, Amsterdam, p. 332