oversneden
- Geluid: oversneden (hulp, bestand)
- over·sne·den
- vervoeging van oversnijden: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling ij-ee (IPAː /ɛi/ - /e/)
vervoeging van |
---|
oversnijden |
oversneden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van oversnijden
- ...dat wij oversneden.
- ...dat jullie oversneden.
- ...dat zij oversneden.
- ...dat wij oversneden.
vervoeging van |
---|
oversnijden |
oversneden
- meervoud verleden tijd van oversnijden
- Wij oversneden.
- Jullie oversneden.
- Zij oversneden.
- Wij oversneden.
- voltooid deelwoord van oversnijden
- Het woord oversneden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.