overkluist
- Geluid: overkluist (hulp, bestand)
- over·kluist
vervoeging van |
---|
overkluizen |
overkluist
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overkluizen
- Jij overkluist.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overkluizen
- Hij overkluist.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van overkluizen
- Overkluist!
- Het woord overkluist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.