overkluisden
- over·kluis·den
vervoeging van |
---|
overkluizen |
overkluisden
- meervoud verleden tijd van overkluizen
- Wij overkluisden.
- Jullie overkluisden.
- Zij overkluisden.
- Wij overkluisden.
- Het woord overkluisden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.