enkelvoud meervoud
ora ore

ora v

  1. uur

ora

  1. nu


vervoeging van
ōrāre

ōra

  1. actief imperatief praesens, tweede persoon enkelvoud van ōrāre

Ora et labora.

  • Bid en werk.
vervoeging van
orar

ora

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van orar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van orar