opvorderende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·vor·de·ren·de
Werkwoord
vervoeging van: | opvorderen |
opvorderende
- verbogen vorm van opvorderend, het onvoltooid deelwoord van opvorderen
vervoeging van: | opvorderen |
verbogen vorm: | opvorderendee |
opvorderende