opnamen
- op·na·men
de opnamen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord opname
vervoeging van |
---|
opnemen |
opnamen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van opnemen
- ...dat wij opnamen.
- ...dat jullie opnamen.
- ...dat zij opnamen.
- ...dat wij opnamen.
- Het woord opnamen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opnamen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be