opklaarden
- Geluid: opklaarden (hulp, bestand)
- op·klaar·den
vervoeging van |
---|
opklaren |
opklaarden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van opklaren
- ...dat wij opklaarden.
- ...dat jullie opklaarden.
- ...dat zij opklaarden.
- ...dat wij opklaarden.
- Het woord opklaarden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.