Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·ge·droog·de

Werkwoord

vervoeging van: opdrogen…
verbogen vorm: opgedroogdee

opgedroogde

  1. verbogen vorm van opgedroogd, voltooid deelwoord van opdrogen

Bijvoeglijk naamwoord

opgedroogde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van opgedroogd

Gangbaarheid