Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·berg·zak·je
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het opbergzakjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord opbergzak
    • Van sommige ervan is zelfs nog een leren foedraal of fluwelen opbergzakje bewaard gebleven. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen