Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·ze·ke·re

Bijvoeglijk naamwoord

onzekere

  1. verbogen vorm van de stellende trap van onzeker
     Dit was wel het laatste waar ik op dit moment op zat te wachten in mijn huidige, onzekere staat.[1]
     De waardedaling van de euro komt ook door de sterkere dollar, die in onzekere tijden als een veilige haven wordt gezien. Ook wint de dollar aan kracht doordat de rente in de VS dit jaar al enkele keren is verhoogd om de hoge inflatie aan te pakken. De Amerikaanse centrale bank zal de rente deze maand naar verwachting opnieuw stevig opschroeven.[2]
enkelvoud meervoud
naamwoord onzekere
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het onzekereo

  1. iets waaraan men twijfelt
     Nu alles vanaf het begin opnieuw moest gebeuren, nam je natuurlijk op elk moment het zekere voor het onzekere.[3]


Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Weblink bron “Euro voor het eerst in twintig jaar precies evenveel waard als dollar” (12 juli 2022), NU.nl
  3. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142