• ont·wend
  • vervoeging van ontwennen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van: ontwennen…
verbogen vorm: ontwende

ontwend

  1. voltooid deelwoord van ontwennen
     Ó'zei ze bewonderend toen ze terugkeerde met alleen haar hemd aan en zonder onderbroek, ík ben een beetje bang, ik ben het zo ontwend, het is zo lang geleden.[1]
92 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[2]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Blauwe ster” (2016), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628265
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be