ontweken
- ont·we·ken
- vervoeging van ontwijken: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling ij-ee (IPAː /ɛi/ - /e/)
vervoeging van |
---|
ontwijken |
ontweken
- meervoud verleden tijd van ontwijken
- Wij ontweken.
- Jullie ontweken.
- Zij ontweken.
- Wij ontweken.
- voltooid deelwoord van ontwijken
- Het woord ontweken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.