ontvriest
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ont·vriest
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ontvriezen |
ontvriest
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontvriezen
- Jij ontvriest.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontvriezen
- Hij ontvriest.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontvriezen
- Ontvriest!
Gangbaarheid
- Het woord ontvriest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.