ontvloden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ont·vlo·den
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van ontvlieden: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling ie-oo (IPAː /iː/ - /oː/)
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ontvlieden |
ontvloden
- meervoud verleden tijd van ontvlieden
- Wij ontvloden.
- Jullie ontvloden.
- Zij ontvloden.
- Wij ontvloden.
- voltooid deelwoord van ontvlieden