ontspanden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ontspanden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ont·span·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ontspannen |
ontspanden
- meervoud verleden tijd van ontspannen
- Wij ontspanden.
- Jullie ontspanden.
- Zij ontspanden.
- Wij ontspanden.