ontraadselden
- ont·raad·sel·den
vervoeging van |
---|
ontraadselen |
ontraadselden
- meervoud verleden tijd van ontraadselen
- Wij ontraadselden.
- Jullie ontraadselden.
- Zij ontraadselden.
- Wij ontraadselden.
- Het woord ontraadselden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.