Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·plan·te

Werkwoord

vervoeging van: ontplanten…
verbogen vorm: ontplantee

ontplante

  1. verbogen vorm van ontplant, voltooid deelwoord van ontplanten
vervoeging van
ontplanten

ontplante

  1. aanvoegende wijs van ontplanten

Gangbaarheid