Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·men·se·lijk·ten

Werkwoord

vervoeging van
ontmenselijken

ontmenselijkten

  1. meervoud verleden tijd van ontmenselijken
    • Wij ontmenselijkten. 
    • Jullie ontmenselijkten. 
    • Zij ontmenselijkten.