ontmengt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ont·mengt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ontmengen |
ontmengt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontmengen
- Jij ontmengt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontmengen
- Hij ontmengt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontmengen
- Ontmengt!
Gangbaarheid
- Het woord ontmengt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.