ontmengen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van ontmengen | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | ontmengen | te ontmengen | ||||||
toekomend | zullen ontmengen | te zullen ontmengen | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben ontmengd | te hebben ontmengd | ||||||
toekomend | ontmengd zullen hebben | ontmengd te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
ontmengend | ontmengd | ev. ontmeng |
mv. verouderd ontmengt |
ontmenge | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | ontmeng | ontmengt | ontmengt | ontmengt | ontmengt | ontmengen | ontmengen | ontmengen | |
verleden (o.v.t.) | ontmengde | ontmengde | ontmengde | ontmengde | ontmengde | ontmengden | ontmengden | ontmengden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal ontmengen | zult/zal ontmengen | zult/zal ontmengen | zult ontmengen | zal ontmengen | zullen ontmengen | zullen ontmengen | zullen ontmengen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou ontmengen | zou ontmengen | zou(dt) ontmengen | zoudt ontmengen | zou ontmengen | zouden ontmengen | zouden ontmengen | zouden ontmengen | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb ontmengd | hebt ontmengd | hebt/heeft ontmengd | hebt ontmengd | heeft ontmengd | hebben ontmengd | hebben ontmengd | hebben ontmengd | |
verleden (v.v.t.) | had ontmengd | had ontmengd | had ontmengd | hadt ontmengd | had ontmengd | hadden ontmengd | hadden ontmengd | hadden ontmengd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal ontmengd hebben | zal/zult ontmengd hebben | zult/zal ontmengd hebben | zult ontmengd hebben | zal ontmengd hebben | zullen ontmengd hebben | zullen ontmengd hebben | zullen ontmengd hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou ontmengd hebben | zou ontmengd hebben | zou/zoudt ontmengd hebben | zoudt ontmengd hebben | zou ontmengd hebben | zouden ontmengd hebben | zouden ontmengd hebben | zouden ontmengd hebben |