Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·leen·de

Werkwoord

vervoeging van
ontlenen

ontleende

  1. enkelvoud verleden tijd van ontlenen
    • Ik ontleende. 
    • Jij ontleende. 
    • Hij, zij, het ontleende. 
  2. verbogen vorm van ontleend, voltooid deelwoord van ontlenen