• ont·dek·te
vervoeging van
ontdekken

ontdekte

  1. enkelvoud verleden tijd van ontdekken
    • Ik ontdekte. 
    • Jij ontdekte. 
    • Hij, zij, het ontdekte. 
     Wat een deceptie toen ik druipend de oever opklom en ontdekte dat er zich een familiecamping naast het meer bevond: dit was niet de wildernis die ik had verwacht.[1]
vervoeging van: ontdekken…
verbogen vorm: ontdektee

ontdekte

  1. verbogen vorm van ontdekt, voltooid deelwoord van ontdekken
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers