Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·blo·te

Werkwoord

vervoeging van
verantwoorden

ontblote

  1. aanvoegende wijs van verantwoorden
  2. verbogen vorm van ontbloot, voltooid deelwoord van ontbloten

Bijvoeglijk naamwoord

ontblote

  1. verbogen vorm van de stellende trap van ontbloot