ontbloot
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ont·bloot
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van ontbloten: de stam zonder -t omdat de stam al op -t eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ontbloten |
ontbloot
vervoeging van: | ontbloten… |
verbogen vorm: | ontblote |
ontbloot
- voltooid deelwoord van ontbloten
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ontbloot | ontbloter | ontblootst |
verbogen | ontblote | ontblotere | ontblootste |
partitief | ontbloots | ontbloters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
ontbloot [1]
- niet door kleding bedekt
Gangbaarheid
- Het woord ontbloot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ontbloot" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be