onlusten
- on·lus·ten
de onlusten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord onlust
- alleen meervoud onenigheden, gebeurtenissen waarbij men in het openbaar laat merken dat men ontevreden is
- Bij hevige onlusten na een vonnis over voetbalhooligans in de Egyptische havenstad Port Said zijn zaterdag zeker 22 doden gevallen
- `Soms, Nemo,' zei ze, 'is het nodig, dat juist iemand als ik het laatste gevecht levert. Ik vind het niet erg, vooral niet omdat hierna nooit meer onlusten zullen uitbreken in Palettania.' [1]
- [2] rassenonlusten
- Het woord onlusten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onlusten" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Herzen, FrankDe zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 103
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be