ondergaat
- on·der·gaat
vervoeging van |
---|
ondergaan |
ondergaat
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ondergaan
- Jij ondergaat.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ondergaan
- Hij ondergaat.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ondergaan
- Ondergaat!
vervoeging van |
---|
ondergaan |
ondergaat
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ondergaan
- ... dat jij ondergaat.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ondergaan
- ... dat hij ondergaat.
- Het woord ondergaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.