omlegt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omleggen
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omleggen
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van omleggen
omlegt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omleggen
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omleggen