omkaad
- om·kaad
- vervoeging van omkaden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van |
---|
omkaden |
omkaad
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omkaden
- Ik omkaad.
- gebiedende wijs van omkaden
- Omkaad!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omkaden
- Omkaad je?
vervoeging van: | omkaden… |
verbogen vorm: | omkade |
omkaad
- voltooid deelwoord van omkaden
- Het woord 'omkaad' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.