nopen
- no·pen
- In de betekenis van ‘dwingen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1260 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
nopen |
noopte |
genoopt |
zwak -t | volledig |
nopen
- overgankelijk noodzakelijk maken
- Hij was genoopt die cursus helemaal opnieuw te ontwikkelen.
- Het woord nopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nopen" herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "nopen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be