nondepie
- non·de·pie
- Van het Franse nom d'une pipe, wat op zijn beurt een verzachting is van nom de Dieu.
nondepie
- (krachtterm) tussenwerpsel, vooral bedoeld om iets kracht bij te zetten, ook wel gebruikt als een milde vloek
- Nondepie, wat is dit nu weer?
Vooral gebruikelijk in bepaalde dialecten.[1]
- Het woord 'nondepie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten, Meertens Instituut