naschilderden
- na·schil·der·den
vervoeging van |
---|
naschilderen |
naschilderden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van naschilderen
- ...dat wij naschilderden.
- ...dat jullie naschilderden.
- ...dat zij naschilderden.
- ...dat wij naschilderden.
- Het woord naschilderden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.