nachtkastlampje
- Geluid: nachtkastlampje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈnɑxtkɑstˌlɑmpjə / (4 lettergrepen)
- nacht·kast·lamp·je
- nachtkastlamp met het achtervoegsel -je
het nachtkastlampje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord nachtkastlamp
- ▸ Harrie knipt demonstratief het nachtkastlampje uit en draait zijn vrouw de rug toe.[1]
- Dit verkleinwoord is meer gangbaar dan "nachtkastlamp".
- Het woord 'nachtkastlampje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Fictie met een Rotterdamse inslag : Maasboulevard in: Het vrije volk, jrg. 44 nr. 12752 (24 december 1988), De Arbeiderspers, Rotterdam, p. 22 kol. 3