• nacht·kast·lamp·je

het nachtkastlampjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord nachtkastlamp
     Harrie knipt demonstratief het nachtkastlampje uit en draait zijn vrouw de rug toe.[1]
  • Dit verkleinwoord is meer gangbaar dan "nachtkastlamp".
  1.   Weblink bron Fictie met een Rotterdamse inslag : Maasboulevard in: Het vrije volk, jrg. 44 nr. 12752 (24 december 1988), De Arbeiderspers, Rotterdam, p. 22 kol. 3