naakte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- naak·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
naken |
naakte
- enkelvoud verleden tijd van naken
- Ik naakte.
- Jij naakte.
- Hij, zij, het naakte.
- Ik naakte.
Bijvoeglijk naamwoord
naakte
- verbogen vorm van de stellende trap van naakt