• mu·se·ums

de museumsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord museum
78 % van de Nederlanders;
69 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  • mu·se·ums

museums, o

  1. onbepaalde vorm genitief enkelvoud van museum


museums mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord museum


museums mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord museum


museums mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord museum