Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • moord·moe·ders
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de moordmoedersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord moordmoeder
    • De zussen bleken allebei moordmoeders te zijn, zodat de nichtjes graag bij elkaar logeerden. 

Gangbaarheid