• mi·trail·leert
vervoeging van
mitrailleren

mitrailleert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mitrailleren
    • Jij mitrailleert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mitrailleren
    • Hij mitrailleert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van mitrailleren
    • Mitrailleert!