mista
- mis·ta
Naar frequentie | 9823 |
---|
mista
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van miste
mista
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van miste
mista
- voltooid (verleden) deelwoord van miste
- mis·ta
mista
- onbepaalde wijs, tweede vorm naast miste, zie aldaar
mista
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van mista
mista
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van mista
mista
- voltooid (verleden) deelwoord van mista
mista
- gebiedende wijs van mista
mista
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van miste
mista
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van miste
mista
- voltooid (verleden) deelwoord van miste
mista
- gebiedende wijs van miste