• me·ters

de metersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord meter
     Als je hier zou uitglijden zou je honderden meters naar beneden vallen.[1]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  


  • me·ters

meters, g

  1. onbepaalde vorm genitief enkelvoud van meter

meters, mv

  1. onbepaalde vorm genitief meervoud van meter


  • me·ters

meters,

  1. onbepaalde vorm genitief enkelvoud van meter

meters, mv

  1. onbepaalde vorm genitief meervoud van meter