• me·tal·li·seer
vervoeging van
metalliseren

metalliseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van metalliseren
    • Ik metalliseer. 
  2. gebiedende wijs van metalliseren
    • Metalliseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van metalliseren
    • Metalliseer je?