Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mengt

Werkwoord

vervoeging van
mengen

mengt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mengen
    • Jij mengt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mengen
    • Hij mengt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van mengen
    • Mengt!